Titel                               Oost ende West Vrieslandts beschrijvinghe. Utriusque Frisiorum Regionis

Noviss: Descriptio

Jaartal                           1568

Maker / uitgever          Abraham Ortelius

Gebied                          Groningen, Friesland, Drenthe, Oost-Friesland en een deel van

Overijssel

Techniek                       Kopergravure, gekleurd

Maten                            34 x 50,7 cm

Verso                             Le pays de Frise, Franse tekst, met rechtsonder pag. nr. 48

Deze kaart komt uit de bekende atlas Theatrum Orbis Terrarum van Abraham Ortelius, die vanaf 1570 in Antwerpen werd uitgegeven.

De stad Groningen ligt centraal op onze kaart, als een spin in een web van kanalen en rivieren. Het Reitdiep verbond de stad met de zee, het Damsterdiep liep via Delfzijl naar het Eemsgebied.  Het Hoendiep stroomde naar het westen. Ook het Hoorndiep (de Drentse A) en het Scutendiep (de rivier de Hunze) zijn aangegeven.

In het oosten is de Dollard nog een groot meer met daarop afgebeeld een aantal bekoorlijke zeilschepen. Het dorp Midwolda met zijn Gryze vrouwen  klooster lag in die tijd vlak aan het water.  Het klooster is er niet meer, maar in de huidige tijd ligt Midwolda opnieuw aan het water nu de Blauwe Stad  in het Groninger land is gerealiseerd.

Westerwolde ligt in het zuidoosten en werd gezien als een gebied met een eigen achtergrond. De kaartkleurder heeft in de kleurkeuze dit gebied dan ook bij het Duitse achterland betrokken (Westphalie Pars,  deel van Westfalen).

In het noorden valt de lange rechte rij van Waddeneilanden op. Van Scellinck (Terschelling) tot Wangeroge zijn maar liefst 13 eilanden weergegeven met daartussen ook de namen van de stroomgaten.

Uitgebreide informatie

Abraham Ortelius (in het Nederlands: Ortels) werd in 1527 in Antwerpen geboren en bracht in die drukke handelsstad zijn leven door. Hij was leergierig en maakte zich door zelfstudie diverse talen eigen. Op zijn reizen door heel Europa legde hij veel contacten met wetenschappers en uitgevers.

Zijn kennismaking met de wereld van de gedrukte kaarten begon hij als “afsetter”, ook wel “enlumineur”. Dit ambacht hield in dat hij met de hand kaarten inkleurde. Hij begon hier al jong mee vanwege het vroegtijdige overlijden van zijn vader. Samen met zijn zuster kleurde hij vooral wandkaarten, die eerst op linnen werden geplakt. Ook hield hij zich al snel bezig met de handel in kaarten, waarvoor hij vanaf 1554 door heel Europa reisde.

Beroemd werd Ortelius door de uitgave in 1570 van het  Theatrum Orbis Terrarum (Schouwtoneel van de landen van de wereld). Hij was hiermee als het ware de uitvinder van de atlas zoals wij die kennen.

Volgens overlevering was de Antwerpse koopman Gillis Hooftman de oorzaak hiervan. Hij vond het gebruik van kaarten van verschillende grootte lastig en vroeg Ortelius om een serie kaarten van het hetzelfde formaat samen te binden in boekvorm.

En dat was wat Ortelius als eerste uitvoerde. Als formaat gebruikte hij folio van ongeveer 35 x 50 cm. Ortelius zorgde ervoor dat de door hem geselecteerde kaarten, afkomstig van allerlei andere met naam genoemde meesters, zorgvuldig in dezelfde stijl werden gegraveerd en logisch geordend. Hij benaderde hiervoor top-graveurs, waaronder de bekende Frans Hogenberg.  Belangrijk was ook dat Ortelius de herkomst van de kaarten vermeldde, door vóór in de atlas een lijst op te nemen van de bijbehorende kartografen. Door deze Catalogus Auctorum is er nu veel meer bekend over de kaartenmakers uit de 16de eeuw. Deze nieuwe atlas-formule van Ortelius werd een enorm succes. De atlas met zijn 53 kaarten werd vanaf het begin uitstekend verkocht. In een periode van ongeveer veertig jaar werden er meer dan 7000 exemplaren gedrukt, in vijf talen namelijk Latijn, Nederlands, Frans, Spaans en Duits. Tijdens Ortelius’ leven waren Coppens van Diest en later Plantijn de drukkers van de succesvolle atlas.

Het aantal kaarten groeide geleidelijk uit van 53 naar 116. Ook na de dood van Ortelius in 1598 ging de druk van de atlas verder. De erfgenamen verkochten de rechten aan  de Antwerpse graveur Johannes Baptista Vrients, die tot 1612 nog vele uitgaven toevoegde waaronder een Engelse en een Italiaanse versie.

De term atlas is overigens pas in 1585 voor het eerst gebruikt, en wel voor een kaartenboek van Ortelius’ vriend Gerardus Mercator. De mythologische figuur Atlas was een krachtpatser die het hemelgewelf op zijn schouders droeg. Dit beeld was een populaire illustratie op topografische kaarten.

De kaart van de drie noordelijke provincies met Oost-Friesland heeft als titel Utriusque Frisiorum Regionis Noviss: Descriptio wat vrij vertaald betekent  “de beide Friese gebieden opnieuw beschreven”. Abraham Ortelius was de eerste die dit totale Friese gebied op één kaart zette. De kaartgegevens ontleende hij voornamelijk aan de kaart van Jacob van Deventer, die in 1559 in Antwerpen werd gedrukt.

De stad Groningen ligt centraal op onze kaart, als een spin in een web van kanalen en rivieren. Het Reitdiep verbond de stad met de zee, het Damsterdiep liep via Delfzijl naar het Eemsgebied.  Het Hoendiep stroomde naar het westen. Ook het Hoorndiep (de Drentse A) en het Scutendiep (de rivier de Hunze) zijn aangegeven.

In het oosten is de Dollard nog een groot meer met daarop afgebeeld een aantal bekoorlijke zeilschepen. Het dorp Midwolda met zijn Gryze vrouwen  klooster lag in die tijd vlak aan het water.  Het klooster is er niet meer, maar in de huidige tijd ligt Midwolda opnieuw aan het water nu de Blauwe Stad  in het Groninger land is gerealiseerd.

Westerwolde ligt in het zuidoosten en werd gezien als een gebied met een eigen achtergrond. De kaartkleurder heeft in de kleurkeuze dit gebied dan ook bij het Duitse achterland betrokken (Westphalie Pars, deel van Westfalen).

In het noorden valt de lange rechte rij van Waddeneilanden op. Van Scellinck (Terschelling) tot Wangeroge zijn maar liefst 13 eilanden weergegeven met daartussen ook de namen van de stroomgaten.

Ook het eiland Bosch, in 1717 tijdens een Kerstvloed definitief verdwenen in zee, staat tussen Schiermonnikoog en Rottumeroog aangegeven. Al eerder, tijdens de Allerheiligenvloed van 1570 was dit waddeneiland grotendeels vergaan. Het opschrift luidt  Bos, al(ia)s corensant. Volgens sommige bronnen zou op het eiland een dorp Cornsand hebben gelegen, volgens andere was Cornsand ooit een apart eiland dat met Bosch was samengesmolten.

De kaart heeft een uitgebreid kaartschrift met onder meer steden, dorpen, kloosters en waterwegen.

In Friesland en Groningen is dit zeer dicht en fijnmazig, terwijl Drenthe en Oost-Friesland grote lege gebieden laten zien. Van deze beide laatste gebieden was veel minder cartografische informatie bekend. De kaartkleurder heeft Drenthe ingekleurd als grote groene vlakte, waardoor het relatief lege gebied ironisch genoeg veel nadruk krijgt.  Friesland en Groningen hebben alleen een bescheiden kustlijnkleur gekregen.

In sommige gevallen zijn namen van dorpen of steden verbasterd overgenomen, zodat we moeten zoeken naar de betekenis. Zo staat Kolham als Avelham op de kaart en Dorkwerd als Borchwort.

Op de Zuyderzee, Twadt en de Dollaert zijn fraaie zeilschepen afgebeeld, deels met de driekleur in top.