5. JMD-T- 431
Titel A description of the sea-coastes of East Frysland with all their bankes
sandes and bekons
Jaartal 1588
Maker / uitgever Lucas Jansz. Waghenaer, Joannes van Doetecum
Gebied Waddengebied Groningen en Oost-Friesland
Techniek Kopergravure, gekleurd
Maten 32,5 x 60 cm
Verso A most exact description of the sea coasts of Friseland, Engelse tekst,
pag. XXIII.
Deze kaart komt uit de Spiegel der Zeevaerdt, de Engelse uitgave uit 1588.
De kaart heeft het zuid-zuidoosten boven en we zien Groningen dus als het ware op de kop.
De Noordzeekust is te zien van Ameland en Wierum in het westen tot aan Helgoland (Heijlighe landt) en de Jadeboezem in het oosten. De Waddeneilanden zijn met de duinen in vogelvlucht afgebeeld aan de onderkant van de kaart. Van geheel links Wangeroog tot rechts Schiermonnikoog en een gedeelte van Ameland. Bovendien toont Waghenaer de eilanden aan de bovenzijde in profiel, zoals ze zich vertonen aan de zeeman die er naartoe vaart. Het eiland Bosch helemaal rechtsboven toont nauwelijks verhevenheden en ziet eruit als een lichtblauwe golf. Ook vallen de droogvallende gronden of wadden (Opt Wadt) op en de zeegaten. De belangrijkste zeegaten, die van de Eems en de Lauwers, zijn aangegeven met lodingen en bakens. Ze leidden naar de voornaamste zeehavens in deze regio, Emden en Groningen.
Uitgebreide informatie
Lucas Janz Waghenaer was de eerste producent van zeemanskaarten en –gidsen in Nederland. Hij werd vermoedelijk in 1534 in Enkhuizen geboren en overleed daar in 1605. Zijn nautische kennis had hij als loods bij de koopvaardij opgedaan. Bij de bekende Leidse drukker en uitgever Christoffel Plantijn verscheen in 1584 de Spiegel der Zeevaerdt. Het eerste deel bevatte 23 kaarten van de Europese kust, van Gibraltar tot Engeland. In het tweede deel, verschenen in 1585, bracht Waghenaer de kusten in kaart van Dover tot en met de Finse golf. Onze kaart maakt deel uit van de 44 kaarten uit dit deel. In 1586 verscheen een Latijnse versie, twee jaar later kwam een Engelse vertaling.
Deze eerste gedrukte zeeatlas met een systematische verzameling paskaarten en zeilaanwijzingen was van groot belang voor de zeevaart en stond model voor de latere zeemansgidsen. De Engelse versie, de Mariner’s Mirror, werd zo populair dat elke zeemansgids in het Engels een “waggoner” werd genoemd.
Na de uitvinding van de boekdrukkunst verschenen tegen het einde van de vijftiende eeuw de eerste gedrukte aanwijzingen voor de scheepvaart. Het waren leeskaarten waaraan weldra getekende kustverkenningen of zijaanzichten van de kustlijn werden toegevoegd. Daarbij ging het de zeeman primair om de aanblik van de kust vanuit de zee. Dus werden voornamelijk torens, bakens, hoge duinen en dergelijke ingetekend. Daarnaast waren er de paskaarten waarop de zeelieden met behulp van een passer de koers konden uitzetten.
Met de publicatie van redelijk gedetailleerde kustkaarten had Waghenaer de primeur. Het graveren van de kaart liet hij over aan Joannes van Doetecum, afkomstig uit Deventer en één der bekwaamste graveurs uit de 16e eeuw. Hij decoreerde de kaart o.a. met stoere zeilschepen, een fraaie kompasroos en koeien en schapen op het land. Linksonder kijkt een walvis uit het water. De tekstcartouches zijn versierd met rolwerk.
De kaart heeft het zuid-zuidoosten boven en we zien Groningen dus als het ware op de kop.
De Noordzeekust is te zien van Ameland en Wierum in het westen tot aan Helgoland (Heijlighe landt) en de Jadeboezem in het oosten. De Waddeneilanden zijn met de duinen in vogelvlucht afgebeeld aan de onderkant van de kaart. Van geheel links Wangeroog tot rechts Schiermonnikoog en een gedeelte van Ameland. Bovendien toont Waghenaer de eilanden aan de bovenzijde in profiel, zoals ze zich vertonen aan de zeeman die er naartoe vaart. Het eiland Bosch helemaal rechtsboven toont nauwelijks verhevenheden en ziet eruit als een lichtblauwe golf. Ook vallen de droogvallende gronden of wadden (Opt Wadt) op en de zeegaten. De belangrijkste zeegaten, die van de Eems en de Lauwers, zijn aangegeven met lodingen en bakens. Ze leidden naar de voornaamste zeehavens in deze regio, Emden en Groningen.
De Engelse toelichting achter op de kaart zegt hierover:
The greatest entercourse by sea is at Emden: but such aboundance of butter, cheese, bacon, barley, beans , peas and such like merchandise is transported from Gronighe, and Frisland, as sufficient for the substance of almost all of the low countries and Germaine, to the great benefit of the inhabitants.
Waghenaer beeldde de belangrijkste zichtbare objecten, dorpen, kapellen, borgen en kloosters langs kust en stroom af. Zo kwam de schipper die van de stad Groningen via het Reitdiep naar zee voer op de rechteroever de volgende herkenningspunten tegen. Men zag het klooster Selwerd, de borgen Harssens en Bellingeweer, de dorpen Maarhuizen en Groot Maarslag, en dan nog Zuurdijk
(Sijperdijck), het verdwenen Vliedorp (Flodorp) en Niekerk.
Ook langs de Eems kon de zeeman zich bij het binnenvaren verlaten op markante objecten. Om te beginnen de kapel te Watum, gevolgd door de dorpen Bierum, Holwierde, de schans Delfzijl en verder naar het oosten Farmsum, Oterdum, Termunten en Reide. De oevers van de Dollard zijn gedetailleerd weergegeven. We zien onder andere het Grijze Monnikenklooster (Grise monicke) , Wagenborgen (Wagendom) en Winschoten.
Het decoratieve rundvee dat zowel in het Emderland als het Groeningerland is afgebeeld wijst op het belang van de vetweiderij in dit gebied. Een duidelijk verwijzing naar het agrarisch-maritieme karakter dat onze kuststreken eeuwenlang heeft gekenmerkt.